In de krant zie je soms foto’s van sterren of nevels in de ruimte. Die foto’s zien er altijd ontzettend mooi uit. Als je gewoon met je ogen omhoog kijkt naar de sterrenhemel, dan zie je daar niets van. De foto’s in de krant zijn gemaakt met behulp van grote telescopen. Maar ook met kleinere kijkers, zoals een verrekijker, is er aan de sterrenhemel heel veel moois en bijzonders te zien. Als je maar weet waar en hoe je kijken moet.
Waarmee moet ik kijken?
Leerlingen van het Jan van Egmond in Purmerend zijn enthousiast aan het sterrenkijken.
Als je zelf een telescoop hebt, dan is dat natuurlijk prachtig. Helaas zijn deze apparaten erg duur. In de speelgoedwinkel zijn ook simpele telescopen te krijgen, maar deze zijn vaak van slechte kwaliteit. Een goede verrekijker is meestal heel geschikt als je voor het eerst naar de sterren gaat kijken. Hoe groter de lensopening van de kijker hoe beter! Met een grotere lens vang je namelijk veel meer licht op, waardoor je een veel scherper beeld krijgt.
Verder moet je een manier hebben om je kijker stevig neer te zetten. Kijkers vergroten namelijk je beeld heel sterk. Stel dat je kijker 10x vergroot. Als je een kijker gewoon in je handen houdt, dan wordt iedere trilling van je handen dus ook 10x zo groot in beeld gebracht. Probeer maar eens een vage nevel te bekijken die werkelijk alle kanten op trilt. Het scheelt al als je met je ellebogen ergens op kan leunen, maar het is het beste als je de kijker op een statief kan zetten. Bij de opticien (een die kijkers verkoopt) zijn klemmen te koop waarmee je je verrekijker op een statief voor een fototoestel kan monteren.
Dit type verrekijker is uitstekend te gebruiken om de hemel te bekijken. Bron: wikipedia.
Wat ga ik bekijken?
Het is het handigst om, voordat je met je kijker naar buiten gaat, goed te bedenken wat je wilt bekijken en waar die objecten staan. Hiervoor is een goede sterrenkaart erg nuttig. Ze zijn te koop bij sommige boekhandels, volkssterrenwachten en planetaria. Je kan ook gebruik maken van planetariumprogramma’s, zoals Google Sky.
De Planisfeer: een veel gebruikte sterrenkaart. Bron: Rob Walrecht
Hoe moet ik kijken?
Kleed je om te beginnen lekker warm aan. Zeker als je in de winter gaat kijken (als het vroeg donker is), dan kan je erg snel afkoelen. Om op je sterrenkaart te kunnen kijken heb je licht nodig, maar wit licht kan storend zijn als je aan het kijken bent. Rood licht stoort veel minder. Neem dus een rode zaklamp of een witte lamp, met wat rood cellofaan er overheen.
Als je voor het eerst gaat kijken is het vaak moeilijk om goed te zien waar je nou moet kijken. Ga daarom eerst rustig zitten en probeer zonder kijker om een paar sterrenbeelden te herkennen. Bijvoorbeeld de Grote Beer, Orion en Cassopeia. Op je sterrenkaart kan je zien hoe die er uit zien. Als je eenmaal een paar sterrenbeelden hebt herkend, probeer dan het object te zoeken dat je wilt bekijken. Als dat niet direct lukt, zoek dan eerst een helder object dat erbij in de buurt staat.
Veel plezier met sterrenkijken!