Je kent ze vast wel, de acht planeten die om onze zon draaien (zie afbeelding). Daarnaast ken je het beeld van de sterren nadat de zon onder is gegaan. Maar heb je er wel eens over nagedacht dat om al die sterren wel eens planeten zouden kunnen draaien? Planeten die zich niet in ons zonnestelsel bevinden, noemen wij exoplaneten.
De planeten van ons zonnestelsel
Sterrenkundigen doen al onderzoek aan deze exoplaneten, sinds de eerste in 1988, werd ontdekt. Van de bijna 700 planeten die sinds 1988 ontdekt zijn, weten we eigenlijk maar weinig omdat onderzoekersniet zomaar langs kunnen gaan om de exoplaneten van dichtbij te bekijken.
Afstand
De dichtstbijzijnde ster (afgezien van de zon) staat op ruim vier lichtjaar van ons af. De dichtstbijzijnde exoplaneet staat dus ook minimaal op vier lichtjaar afstand. Een lichtjaar is de afstand die een bundel lichtdeeltjes aflegt in een jaar tijd. Om een beetje een idee te krijgen van hoe ongelofelijk ver weg dat is, kunnen we de reis naar die ster vergelijken met de eerste bemande reis naar de maan. De reis naar de maan met de Apolo 11 raket duurde ruim drie dagen. Met deze snelheid ben je ongeveer 800.000 jaar onderweg als je de dichtstbijzijnde ster wilt bezoeken. En daarna moet je nog terug!Vanwege deze enorme afstanden lijkt het haast onmogelijk om bij exoplaneten onderzoek te kunnen doen aan hun atmosferen (het gasvormige omhulsel rondom planeten). Als je eind vorige eeuw zou beweren dat het toch mogelijk is om deze atmosferen te bestuderen, zouden maar weinig sterrenkundigen je geloofd hebben. Maar toch kunnen we tegenwoordig informatie krijgen over die atmosferen, dankzij de zogenaamde Transit-methode.
Transit-methode
Als we een verre ster observeren, meten we de hoeveelheid licht die we op Aarde ontvangen van die ster. Mocht het nu toevallig zo zijn dat er een planeet om die ster draait, is er een (kleine) kans dat wij die planeet voor de ster langs zien bewegen. Dit valt ons op doordat de hoeveelheid licht die wij van de ster ontvangen minder wordt. De planeet blokkeert dan een deel van het sterrenlicht. Als een planeet voor een ster langs beweegt, heet dit een transit. Door deze Transit-methode zijn al meer dan 160 exoplaneten gevonden, waarvan er ruim 40 nog maar pas zijn gevonden, zoals je misschien wel in het nieuws hebt gezien.
Een transit schematisch weergegeven
Atmosferen
Tijdens de Transit komen sommige lichtdeeltjes (fotonen) via de atmosfeer van de planeet naar de Aarde toe. Dit is in het plaatje aangegeven met een blauwe ring om de planeet. Uit dit kleine beetje licht kunnen sterrenkundigen informatie krijgen over de atmosfeer van deze exoplaneet.Door dit licht kunnen we zien hoe warm het is op de planeet, en welke gassen er voorkomen in de atmosfeer. Daaraan kunnen we zien of er leven mogelijk is.
Toekomst
Wetenschappers zijn druk bezig om nieuwe satellieten te ontwikkelen die naar exoplaneten kunnen gaan zoeken. Een van de belangrijkste toekomstige satellieten is de EChO. Deze satelliet is speciaal ontworpen om in korte tijd veel exoplaneten op te sporen. Sterrenkundigen hopen met satellieten als EChO planeten te ontdekken waar leven mogelijk is, en zelfs planeten waar wij mensen op zouden kunnen wonen. In dat laatste geval ligt er nog wel een probleem met de reisafstand.