Kernenergie is een thema waar altijd al veel gedoe over geweest is. Op het eerste gezicht lijkt kernenergie een erg milieuvriendelijke manier om elektriciteit op te wekken, aangezien een kerncentrale geen schadelijke uitlaatgassen produceert. In een kerncentrale kan er ook ontzettend veel energie opgewekt worden met slechts een klein beetje brandstof. Maar in een kerncentrale wordt wel gewerkt met radioactieve stoffen, en de vrijkomende straling is wel degelijk heel gevaarlijk. De vervelendste eigenschap van kerncentrales is dat er radioactief afval geproduceerd wordt. In dit artikel lees je daar meer over.Op sciencespace kun je nog meer lezen over kernenergie, zo is er een artikel over Straling en Gezondheid, en in het artikel Werking van een kernreactor lees je hoe er in een kerncentrale energie wordt opgewekt met radioactieve materialen. Zo’n kerncentrale lijkt een erg schone manier van energie opwekken, maar er ontstaat wél afval bij… en dat afval is niet bepaald ongevaarlijk! De overblijfselen van de splijtstofelementen uit een kernreactor zijn namelijk nog steeds radioactief. En je kunt een stof niet zomaar ‘niet-radioactief’ maken…
Figuur 1: Dit is het waarschuwingssymbool voor straling van radioactieve stoffen. Vaten met radioactief afval zijn voorzien van dit symbool.
Straling van radioactieve stoffen ontstaat doordat atomen van een stof uit elkaar vallen. Dat is een proces dat geheel vanzelf gebeurt. Je kunt het dus niet zomaar stoppen: de stof stopt pas met straling uitzenden als alle deeltjes uit elkaar gevallen zijn. En dat kan lang duren! Sommige soorten radioactief afval kunnen nog meer dan honderd jaar lang levensgevaarlijke straling afgeven! Dat is een van de voornaamste redenen dat veel mensen tegen kerncentrales zijn.
Opslag ondergronds
Het is dus geen goed idee om dat afval zomaar ergens te laten slingeren. Radioactief afval moet goed opgeslagen worden, op plaatsen waar het goed afgeschermd is zodat er geen straling naar buiten dringt, en waar het als het nodig is meer dan honderd jaar veilig kan blijven liggen tot de radioactiviteit zo laag is dat die niet levensgevaarlijk meer is.
De oplossing die vroeger veel werd toegepast om van dat vervelende radioactieve afval af te komen was simpel: Je stopt het radioactieve afval in metalen vaten, je zet het op een schip, vaart een stuk de oceaan op en dumpt de hele boel daar. Op de zeebodem heeft er niemand last van, toch? Aan al het leven in zee, en aan het feit dat metalen vaten kunnen gaan roesten en er dus radioactief afval in het water terecht kon komen, dacht toen nog niemand.Tegenwoordig zijn de regels voor de verwerking van radioactief afval een stuk strenger. Radioactief afval wordt opgeslagen op plaatsen zoals oude zoutmijnen, in gangen diep onder de grond. Daar kan het afval desnoods een paar duizend jaar blijven liggen. Tenminste, zolang de gang niet instort of vol water loopt… Ook ondergrondse opslag is niet zonder gevaren, omdat je natuurlijk nooit weet wat er de komende duizend jaar daar beneden gebeurt.
Figuur 2: radioactief afval in de opslagplaats van COVRA in Vlissingen
Toelichting bij de foto
Het afval zelf zit opgeslagen in metalen vaten, die weer in een betonnen mantel geplaatst zijn, zoals je hier ziet. De vaten worden volgens een doordacht systeem opgestapeld: In het midden van een ‘blok’ staan de vaten met het zwaarder radioactieve afval, en de vaten met het minder radioactieve materiaal aan de buitenkant. Dat wordt zo gedaan omdat dan de vaten aan de buitenkant helpen met het tegenhouden van de straling uit de binnenste vaten. Dit zijn natuurlijk allemaal vaten met laagradioactief afval, want bij het hoogradioactieve afval kan niemand in de buurt komen om foto’s te maken.
Opslag bovengronds
Radioactief afval kan ook bovengronds opgeslagen worden, in gebouwen met betonnen muren van een paar meter dik. In het havengebied van Vlissingen staat zo’n opslag (zie figuur 2 en 3) van de COVRA (Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval). Daar wordt afval opgeslagen afkomstig uit van alles: natuurlijk uit de kerncentrale van Borssele die er vlak naast ligt, maar ook uit uraniumfabrieken, en bijvoorbeeld uit ziekenhuizen waar met radioactieve stoffen gewerkt wordt… Zelfs oude vaten radioactief afval die weer uit de oceaan zijn opgevist vinden daar een plekje.
Figuur 3: Dit is een ruimte in het HABOG (Hoogradioactief Afval Behandelings Gebouw) in Vlissingen.
Toelichting bij de foto
Onder deze ruimte is het hoogradioactieve afval opgeslagen. De bedoeling is dat het daar zo’n honderd jaar kan blijven liggen, en daarna wordt het onder de grond gestopt (op een plek die trouwens nog bedacht moet worden).Via de grijze deksels in de vloer kan een hijskraan afval naar beneden laten zakken. Bovenop dat afval komt dan een ‘prop’ beton van een paar meter, zodat je wel veilig in de ruimte kunt staan als alle deksels dicht zijn (anders had niemand deze foto kunnen maken). Als de hijskraan bezig is met afval te laten zakken, is de hele ruimte afgesloten met dikke, stalen deuren. Bron: http://www.zelfbouw-groenestroom.nl/reader.php?artikel=Opslag_en_verwerking_kernafval
Net als licht
Een ding moet je altijd bedenken over radioactieve materialen: dingen kunnen niet ‘besmet’ raken met straling, alleen met kleine stukjes radioactief materiaal. Een materiaal is radioactief of is het niet, maar een materiaal kan niet zomaar radioactief worden doordat er een radioactieve bron bij in de buurt heeft gezeten. Dat kan je vergelijken met gewoon licht. Zolang er een lamp in een kamer staat, is de hele kamer verlicht, maar als je de lamp uit de kamer weghaalt gaan de muren niet vanzelf licht geven. Als er hoogradioactief afval in een ruimte is, moet je er absoluut niet in de buurt komen, maar zodra het afval weggehaald is kun je zonder problemen in de ruimte gaan staan (zie figuur 3). Tenminste, als er geen radioactief materiaal is gelekt…