Je hebt daarvoor nodig:
- sinaasappel
- mandarijn
- satéstokje
- weegschaal
- liniaal
- viltstift
Uitvoering
- Prik de sinaasappel aan het ene uiteinde van het satéstokje en de mandarijn aan het andere uiteinde
- Zoek het punt waar het satéstokje ondersteund moet worden om evenwicht te maken (zie
foto). Dit is het zwaartepunt van de combinatie. Markeer dit punt met de viltstift.
Je ziet dat het zwaartepunt dichter bij de sinaasappel ligt dan bij de mandarijn.
Weet je hoe dat komt?
Klik hier voor het antwoord
- Het zwaartepunt van de mandarijn ligt in het midden van de mandarijn (zoals je kunt lezen in
Op zoek naar het zwaartepunt) - De zwaartekracht, werkend vanuit het zwaartepunt, zal de mandarijn met het stokje willen draaien rond het steunpunt
- Deze draaiing zal sterker zijn als:
o De massa van de mandarijn groter is, want dan is de zwaartekracht groter
o De lengte van het stokje groter wordt (vergelijk: een moer draai je gemakkelijker los
met een langere sleutel) - De sinaasappel zorgt voor de tegenovergestelde draaiing. Zijn zwaartekracht is weliswaar groter
maar door het kortere stokje is de sterkte van die draaiing even groot als die van de mandarijn
3. Weeg nu de sinaasappel en de mandarijn
4. Zoek het verband tussen tussen deze twee massa’s en de positie van het merkstreepje op het
satéstokje (=het zwaartepunt van de combimassa).