De blinde vlek is de plek in je oog waar de oogzenuwen het oog verlaten. Deze zenuwen gaan naar je hersenen en geven door wat je ziet. Op de plek van de blinde vlek zitten geen zintuigcellen (zie ook De werking van het oog), dus eigenlijk ben je op deze plek blind. Daar merk je normaal niets van, want je hersenen vullen dit aan door wat de omringende zintuigcellen zien. Als je bijvoorbeeld naar een witte muur kijkt, dan verwachten je hersens dat de plek waar jij met je blinde vlek naar kijkt ook wit is. Dus vullen ze het beeld aan met wit. Als er echter iets anders op die plek zit, dan kan je dat niet zien. Met deze proef kan je dat uitproberen.
Benodigdheden
- Wit papier
- Viltstift
Uitvoering
De bouw van het oog met rechts onderin de blinde vlek, bron: http://mediatheek.thinkquest.nl
Teken op het stuk papier een kruisje. Teken vervolgens links van het kruisje, op ongeveer zeven centimeter afstand, een rondje. Leg het stuk papier op tafel en bedek met je hand je rechteroog. Kijk met je linkeroog naar het kruisje en beweeg je hoofd naar het papier toe, terwijl je naar het kruisje blijft kijken.
Wat gebeurt er?
Bij een bepaalde afstand tussen het papier en het oog zie je het rondje niet meer. Dit komt doordat de lichtstralen vanaf de plek van het rondje dan precies in je blinde vlek vallen. Normaal vullen je hersenen het gebrek aan waarnemingen in je blinde vlek op met de waarnemingen van de cellen rondom je blinde vlek. Aangezien de rest van het papier wit is, vullen je hersenen deze vlek ook aan met wit.