Met dit proefje toon je verstrooiing van licht door kleine deeltjes aan. Hiermee kun je antwoord geven op de volgende twee vragen:
- Waarom is de lucht blauw?
- En hoe ontstaat avondrood?
Wat heb je nodig?
- Water
- 25 ml melk
- Bureaulamp
- Limonadeglas
- Theelepel
- Vel wit papier
Wat moet je doen?
Wat gebeurt er?
Als je de melk bij het water druppelt, krijgt het water een blauwige kleur aan de kant van de lamp en het glas een rode schaduw. Licht bestaat uit alle kleuren van de regenboog. De kleine melkdeeltjes in het water verstrooien het blauwe licht van de zaklamp. Bij verstrooiing, wijkt licht af van de oorspronkelijke richting omdat het onderweg onregelmatigheden tegenkomen. Niet alle kleuren licht zijn even gevoelig voor verstrooiing. Blauw licht verstrooit makkelijker dan rood licht.
Dat zie je in dit proefje; de blauwe lichtstralen worden teruggekaatst en de rode stralen worden doorgelaten. Daarom zie je aan de ene kant een blauwe kleur en krijgt de schaduw van het glas aan de andere kant een rode kleur. Als je meer melk toevoegt, worden de rode en de blauwe kleur donkerder, omdat er dan meer blauw licht wordt teruggekaatst.
Als het goed is, kun je nu antwoord geven op de vragen 'Waarom is de lucht blauw?' en 'Hoe ontstaat avondrood?' Lees daar meer over op de site van C3.