Btn mobile menu gray

De 3D bril

Je hebt er vast wel eens een gezien: zo’n bril met één blauw glas en één rode. Als je er doorheen kijkt kun je foto’s die er normaal vrij raar uit zien, een blauwe en een rode afdruk scheef door elkaar, opeens in 3D zien. Hoe werkt dit?

Diepte zien

Om te kunnen begrijpen hoe zo’n 3D-bril werkt zullen we eerst moeten begrijpen hoe we echte dingen, dus niet op foto’s, in 3D kunnen zien. Met ‘3D-zien’ wordt eigenlijk bedoeld: diepte zien. Dit houdt in dat je door kijken kan inschatten hoe ver weg iets ongeveer staat. Doordat we twee ogen nét niet op dezelfde plek hebben krijgen we van alles wat we zien twee nét iets andere beelden binnen. Door die twee beelden met elkaar te vergelijken kunnen onze hersenen berekenen hoe ver weg iets ongeveer staat. Zo krijgen we een 3D beeld van de wereld om ons heen: sommige dingen zien we verder weg staan dan andere.

Figuur 1. Twee ogen die naar dezelfde doos kijken. Het linker oog ziet de groene kant voor een groter deel dan het rechter oog en het rechter oog ziet de gele kant juist meer. Hieruit kunnen de hersenen de diepte berekenen.

Diepte in een foto

Op een normale foto kunnen we alleen inschatten hoe ver weg voorwerpen staan aan de hand van hoe groot ze zijn: dingen die verder weg staan zijn kleiner afgebeeld. Echte diepte zien we niet: omdat de foto plat is zien beiden ogen hetzelfde beeld, en berekenen je hersenen geen diepte. Om diepte te zien in een (platte) foto, moet je je hersenen dus voor de gek houden: ze moeten twee beelden binnen krijgen die zo zijn, dat je hersenen denken dat je naar iets kijkt dat diepte heeft en dus 3D is. Eén manier om je hersenen voor de gek de houden is door met een 3D bril naar een anaglyf te kijken. Een anaglyf is een foto die bestaat uit twee foto’s die over elkaar heen zijn geprint.

Figuur 2. Deze foto bestaat eigenlijk uit twee foto's die over elkaar heen zijn geprint: één foto is in het rood en de ander in het cyaan Met een speciale 3D-bril kun je in deze foto diepte zien.

Eén foto, twee beelden

De foto’s waaruit een anaglyf bestaat zijn vanaf bijna dezelfde plek in dezelfde richting gemaakt. Het verschil tussen de foto’s is dat de ene 6 cm verderop is gemaakt, dezelfde afstand als er tussen twee ogen zit. De ene foto stelt dus het beeld voor dat één oog ziet als het naar iets kijkt, en de andere foto het beeld van het andere oog. Als je nu zorgt dat je ene oog ook echt alleen de ene foto ziet en je andere oog alleen de andere, zal je denken dat je diepte ziet. Je hersenen krijgen namelijk dezelfde beelden binnen die ze hadden gekregen op het moment dat je ook echt op die plek was geweest en diepte had gezien.

Figuur 3. Een plattegrond van de scene van figuur 2 en de twee losse opnamen.

Twee kleuren

De vraag is nu alleen: hoe laat je elk oog een ander beeld zien? Dit kan door de foto’s over elkaar heen te printen, maar ieder in een eigen kleur: de ene cyaan (groenblauw) en de andere rood. Als je dit mengsel van beelden bekijkt met een 3D bril (één rood glas, één cyaan) gebeurt er het volgende: het rode glas laat alleen de roodkleurige foto door, het cyaankleurige glas alleen de cyaankleurige foto. Hierdoor zie je met elk oog een ander beeld, waardoor je hersenen de diepte kunnen berekenen en jij het gevoel krijgt dat de foto 3D is.

Figuur 4. In de 3D-bril worden de twee beelden van elkaar gescheiden: het rode glas laat alleen het rode beeld door en omgekeerd. Hierdoor krijgen beide ogen een verschillend beeld binnen wanneer ze door een 3D-bril naar een anaglyf kijken.

Wil je zelf zo’n 3D-bril maken? Kijk dan eens naar het volgende proefje.