Btn mobile menu gray

Toren van formaat

Toren van formaat

Die enorme gevaartes zie je niet alleen bij kerncentrales, maar ook bij kolencentrales. Het zijn geen schoorstenen, maar koeltorens. Er komt ook geen rook uit. De wolken die je er vaak bovenuit ziet komen, bestaan uit water dat in de koeltoren verdampt.

Elektriciteitscentrales maken hete stoom om elektriciteit te kunnen maken. Die omzetting lukt nooit voor honderd procent, er blijft altijd wat warmte over. Een deel van die restwarmte kan soms gebruikt worden om woningen of plantenkassen in de omgeving te verwarmen. Wat daarna nog overblijft, moet worden afgevoerd. Als een centrale aan zee of een rivier staat, is er koelwater bij de hand om de warmte af te voeren. Bij rivierwater kunnen er 's zomers problemen ontstaan omdat het water niet te veel mag worden opgewarmd. Dat is slecht voor het leven in de rivier en daarom verboden.

De oplossing is om het opgewarmde water niet terug te laten stromen in de rivier, maar te verdampen in koeltorens. In een koeltoren klatert opgewarmd water als een gigantische douche naar beneden. Via openingen aan de onderkant stroomt lucht de koeltoren in. Die lucht stroomt door het douchewater heen. Het water verdampt daardoor gedeeltelijk. Aan de bovenkant is de toren ook open. Daar stroomt de warme, vochtige lucht naar buiten.

Niet al het water dat in de koeltoren naar beneden klatert hoeft te verdampen. Verdampen kost namelijk energie, waardoor het overgebleven water afkoelt. Op dezelfde manier koelt je huid af als zweet verdampt.

Onder de koeltoren is een bassin om het afgekoelde water op te vangen. Het kan opnieuw als koelwater worden gebruikt in de centrale. Omdat er ook water verdampt, is er wel steeds aanvulling met vers water nodig.

Toren van formaat

De karakteristieke vorm van de koeltoren is een omwentelingshyperboloïde, bedacht aan het begin van de twintigste eeuw door Frederik van Iterson. Het is een zelfdragende vorm: er zijn geen dwarsbalken of wat dan ook nodig. Bovendien bevordert de vorm het stromen van de lucht van de spleten aan de onderkant naar de opening bovenin en weer naar buiten. De eerste koeltoren naar ontwerp van Van Iterson werd in gebruik genomen in 1918 bij de Staatsmijn Emma in Limburg.

Tip: Dit artikel komt uit het boek 'Het geheim van de frisbee, 159 vragen over intrigerende plekken, eigenaardige gewoonten en technische toevalligheden', geschreven door Bram Vermeer en Gerald Maurice. Uitgeverij Oostenwind, 2019.