Btn mobile menu gray

Diepgang

Diepgang

Wanneer een schip wordt beladen, komt het steeds dieper in het water te liggen. Het dek komt dus steeds dichter bij het wateroppervlak. Voor de veiligheid mag de hoogte van het dek, het zogenaamde vrijboord, nooit minder zijn dan waarvoor het schip is berekend. Dat is de maximale belading van het schip.

Bij zeeschepen is het probleem dat het vrijboord nogal afhangt van de omstandigheden. Koud water heeft een hogere dichtheid dan warm water. Zout water heeft ook een hogere dichtheid dan zoet water. Warm, zoet water heeft dus een lagere dichtheid waardoor een schip dieper ligt dan in koud, zout water. Wij mensen drijven in de zoute zee ook gemakkelijker dan in het zwembad. En als we het aandurven zullen we merken dat we in een koud buitenbad ook beter drijven dan in een warm doelgroepenbad. Een schip dat lading inneemt in het Hoge Noorden en daarna in de tropen een rivier opvaart, moet hier rekening mee houden. Het kan anders gemakkelijk te diep komen te liggen.

De Britse politicus Samuel Plimsoll heeft ervoor gezorgd dat er een merkteken aan de zijkant van schepen kwam, waarmee hij de ongelukken met overbeladen zeeschepen wilde terugdringen. Het teken heet daarom het plimsollmerk.

Diepgang

Het teken heeft zes niveaus voor de verschillende soorten water. Van boven naar beneden staan ze voor zoet water in de tropen (TF); zoet water elders (F); zout water in de tropen (T); zeewater in gematigde streken in de zomer (S); zeewater in gematigde streken in de winter (W) en ten slotte zeewater in de winter in het Hoge Noorden (WNA). Als een kapitein een schip op Nova Zembla zodanig belaadt dat de waterlijn overeenkomt met de onderste dwarsstreep van het plimsollmerk, zal het schip ook op de Amazonerivier niet overbeladen zijn.

Een belangrijk voordeel van de verplichte merktekens is dat iedereen van een afstand al kan zien of een schip overbeladen is. De tekens zijn er ook niet zomaar op geschilderd maar in reliëf op de romp gelast.

Tip: Dit artikel komt uit het boek 'Het geheim van de frisbee, 159 vragen over intrigerende plekken, eigenaardige gewoonten en technische toevalligheden', geschreven door Bram Vermeer en Gerald Maurice. Uitgeverij Oostenwind, 2019.