Btn mobile menu gray

Webquest: robotdieren - werkwijzer

Je maakt alle opdrachten, in de volgorde zoals ze hieronder staan. Als je deze webquest voor school en voor een cijfer doet, bekijk dan voor je begint de pagina 'beoordeling', zodat je weet waarop wordt gelet door je docent bij de bepaling van het cijfer voor deze webquest.

Opdracht 1

Bekijk de filmpjes onder bronnen - opdracht 1. (10 minuten)

Opdracht 2

Kies een van de artikelen onder bronnen - opdracht 2. Lees het artikel door. Dit doe je zelfstandig en zonder te overleggen. Beantwoord de bijbehorende vragen, die hieronder staan en schrijf de antwoorden op. (20 minuten)

  1. Wat is de titel van het artikel, en wat is de naam van de schrijver?
  2. Wat is het onderwerp van het artikel?
  3. Schrijf in 5 tot 6 regels een samenvatting van het artikel. Waar gaat het over, wat gebeurt er of is er gebeurd? Wat zijn de gevolgen voor de toekomst? Wanneer en waar vond of vindt iets plaats?
  4. Wat heeft het artikel te maken met robot dieren?
  5. Waarom heb je dit artikel gekozen?
  6. Waar wil je nog meer over weten nu je dit artikel hebt gelezen?

Opdracht 3

Presenteer je artikel aan je klasgenoten. Tijdens de presentatie let je op de volgende punten:

  • Je staat voor je klasgenoten als je begint met je presentatie.
  • Je vraagt om stilte, en begint pas met je presentatie als al je klasgenoten stil zijn en aandacht voor jou hebben.
  • Je vertelt waar je artikel over gaat.
  • Je vertelt waarom je het artikel hebt gekozen.
  • Je vertelt wat het artikel te maken heeft met robot dieren.
  • Je vertelt waar je nog meer over wilt weten nu je het artikel hebt gelezen.
  • Je geeft je klasgenoten de gelegenheid om vragen te stellen, en beantwoort deze vragen.
  • Je bedankt je klasgenoten aan het eind van de presentatie voor hun aandacht.

Opdracht 4

  1. Lees de tekst en bekijk het filmpje onder bronnen - opdracht 4.
  2. Lees daarna de stellingen. Bedenk voor jezelf wat je van deze stellingen vind. Over beide stellingen ga je discussiëren. Vorm in je klas 2 groepen; 1 groep is het met de stelling eens, de andere groep is het oneens met de stelling. (Wanneer iedereen dezelfde mening heeft, vorm je ook 2 groepen waarbij 1 groep leerlingen de tegenovergestelde mening moet verdedigen. Jullie spelen dan dus een rol)
  3. Discussieer met je medeleerlingen over de stelling. Waarom ben je het met de stelling eens of oneens? Probeer de andere groep te overtuigen van de stelling die jouw groep moet verdedigen.

Stelling 1: Insecten voelen waarschijnlijk geen pijn. Daarom mag je ze gebruiken om te experimenteren ook als je hiervoor kunstmatige robots kunt gebruiken.

Stelling 2: In de toekomst is het belangrijk dat mensen dieren op afstand kunnen besturen.

Opdracht 5

Een pterosauriër.

  1. Lees de tekst over pterosauriërs onder bronnen - opdracht 5.
  2. Bekijk onder bronnnen - opdracht 5 de website en zoek op google op pterosaurus bij afbeeldingen om een indruk te krijgen van de vele verschillende soorten pterosauriërs en hoe modellen daarvan eruitzien.
  3. Maak nu samen een model van een pterosaurus. Hier kan je van alles voor gebruiken (hout, karton, papier, etc.). Bedenk bij de keuze van je materiaal dat het model moet kunnen vliegen. De vleugels mogen elk maximaal 20 cm lang zijn. De lengte van de kop, en de aanwezigheid of afwezigheid van een staart mogen jullie zelf bepalen. Probeer verschillende modellen uit tot jullie uiteindelijk het beste model hebben dat het langst blijft vliegen als je hem in de lucht gooit. De volgende onderdelen kun je veranderen aan jullie pterosaurus model om hem te laten vliegen:
  • Spitse of stompe kam op de kop
  • Een lijf dat glad gestroomlijnd is, dik of dun
  • Het hebben van een stuk vlieghuid tussen de nek en de vleugels of juist niet
  • Het hebben van een stuk vlieghuid tussen de staart en de vleugels of juist niet
  • Een lange staart of een korte of helemaal geen staart
  • Een staart met een soort vlaggetje op het eind of in het midden van de staart, of geen vlaggetje
  • Stand van de vleugels, wat omhooggebogen, wat omlaaggebogen, of horizontaal
  • Luchtweerstand; welk materiaal gebruiken jullie

Opdracht 6

Maak nu een poster op A3 papier over jullie model van een pterosaurus en leg op de poster uit waarom jullie gekozen hebben voor de punten die hieronder staan opgesomd. Gebruik kleuren en afbeeldingen van pterosauriërs (mag ook getekend).

  • Luchtweerstand; gebruikt materiaal
  • Stand van de vleugels
  • Wel of geen vlieghuid tussen nek en vleugels
  • Wel of geen vlieghuid tussen staart en vleugels
  • Staartlengte
  • Vlaggetje of zonder vlaggetje op de staart
  • Neklengte
  • Met kam op de kop of zonder kam

Deze webquest is ontwikkeld door Linda Duut van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden.