De ketel van de centrale verwarming verwarmt het water dat vervolgens door een pomp naar de radiatoren in de kamers wordt gepompt. Het bewegende water transporteert de warmte van de ketel naar de radiatoren.
Radiatoren stralen warmte uit. Hierdoor ontstaat een stroming die de hele kamer verwarmt.
Figuur 1: Een radiator in een huis.
Vraag a. Zet de nummers 1 tot en met 5 op de juiste plek in figuur 1.
1. De lucht koelt af.
2. Koude lucht daalt.
3. De lucht wordt door geleiding bij de radiator opgewarmd.
4. De warme lucht stijgt op.
5. De koude lucht stroomt over de vloer naar de radiator.