Bouw van moleculen.

Dag Lisa,

in welk niveau/leerjaar moet je dit doen? 


Daar stel je me ook voor een raadsel. In een scheikundige reactie veranderen de moleculen. Diezelfde moleculen blijven dus niet diezelfde, laat staan in verschillende fasen (vast-vloeibaar-gas-plasma)?? Die zie ik niet.

eventueel die moleculen en hun producten in verschilende fasen -dus op verschillende tijdstippen- van de reactie (begin, halverwege, aan het eind) . Zou zoiets bedoeld kunnen zijn? 


amylose is ook geen atoom hè. Je gaat een keus moeten maken uit het  periodiek systeem der elementen

Kies daar een van de atomen die je ook in een van je moleculen tegenkomt
De meest waarschijnlijke vind je ergens in de rechtsbovenhoek

Groet, Jan

Hallo jan.
Dankjewel voor jouw antwoord.
Niveau is wmbo/havo.
Ik wil de molecule zetmeel gebruiken. Heb ik het goed begrijpen dat de atomen van zetmeel is: Koolstof (symbool C/atoom nummer 6), Waterstof (symbool H/atoom nummer 1) en Zuurstof (symbool O/atoom nummer 8)?
Klopt het dat de protonen en elektronen van een atoom altijd hetzelfde aantal is? Hoe weet ik dan hoeveel neutronen er zijn?
Je had het ook over de verschillende fasen (vast-vloeibaar-gas-plasma). Ik dacht dat de deeltjesmodel alleen bestond uit: vast, vloeibaar en gas. Wat is dan plasma?
Alvast bedankt.
Groetjes Lisa.

dat moet dan leerjaar 1/2 zijn. Dan vind ik atoombouw een nogal gedurfd onderwerp...

yep

yep,
Protonen zijn elektrisch positief geladen, elektronen elektrisch negatief, en als er evenveel van in een atoom zitten is dat atoom neutraal geladen.

Neutronen en protonen hebben allebei ongeveer dezelfde massa.
Die meten we niet in gram want dan zou elke atoommassa meer dan 20 nullen achter de komma hebben. Daar hebben ze dus de atomic mass unit voor bedacht, afgekort amu of vaak ook simpelweg u . In die eenheid hebben protonen en neutronen afgerond allebei de massa 1 u. Da's heel makkelijk :) 

Die van een elektron is ongeveer 2000 keer zo klein dus die mag je bijna altijd verwaarlozen, en in dit geval zeker.

in een tabel van het periodiek systeem vind je behalve dat atoomnummer ook nog een massagetal:  


dat is (op waterstof na) altijd twee tot drie keer zo groot als het atoomnummer.

atoomnummer = aantal protonen
massagetal = massa protonen + massa neutronen
Voor natrium dus 
     23  u       =     11 x 1u       + massa neutronen
er zitten dus voor een massa van 12 u neutronen in kern
elk neutron ongeveer 1 u, en dus 12 neutronen

ik heb er al spijt van dat ik dat heb genoemd tegen een onderbouwleerling.
Vergeet het. In het vijfde jaar natuurkunde hebben we het daar nog wel eens over...

Groet, Jan

Hey kan je de chemische reactie geven van popcorn! Danku

dag Erik

nee, sorry, dat kan ik niet. Bakken en braden zijn samenstellen van gecompliceerde reacties van meerdere, ingewikkelde stoffen, allemaal samen en door elkaar. Geen beginnen aan.

groet, Jan