Fietsend naar huis zie je ze naderen. Hoog in de lucht komen ze bijeen en veranderen van kleur. Van licht naar donker en dan komt het gedonder. Ze hebben allerlei vreemde vormen en lijken keer op keer te vervormen. Meerdere lagen en meerdere kleuren proberen dagelijks de hemel op te fleuren. Eenmaal thuis aangekomen lig je op de bank over wolken te dromen. Wat raar eigenlijk die wolken hoog in de lucht. Grote massa’s hoog in de lucht. Hoe kunnen wolken eigenlijk drijven? Of in staat zijn om in al die verschillende vormen te verschijnen?Ze zijn rond, vierkant of plat. Hoe zit dat?
Wat zijn wolken?
Wolken zijn hele grote verzamelingen van hele kleine waterdruppels en of ijskristallen. Deze druppels zijn zo klein, maar vooral ook licht, dat ze in staat zijn om in de lucht te zweven. Wolken kunnen overal ontstaan. Alle lucht bevat water, of beter gezegd kleine waterdeeltjes. Laag bij de grond zien we deze waterdeeltjes niet. Dit komt omdat het daar in de vorm van een onzichtbaar gas genaamd waterdamp voorkomt. Warme/hete lucht stijgt op, zet uit en koelt af. Koude lucht kan niet zoveel waterdamp vasthouden als warme lucht. Wanneer de warme lucht steeds kouder wordt condenseren steeds meer waterdampdeeltjes op verschillende kleine stofdeeltjes die in de lucht zweven. Net zoals waterdamp condenseert tegen een raam. Er ontstaan dan vele waterdruppeltjes rond de stofdeeltjes. Wanneer miljarden van dit soort waterdruppeltjes bij elkaar komen ontstaat er een zichtbare wolk.
Een wolk van het type cumulus, bron wikipedia
Verklaring van schuingedrukte termen
- Waterdamp: Water komt in verschillende vormen voor, waterdamp is de gasvorm, ijs is de vaste vorm en water is de vloeibare vorm
- Condensatiepunt: Het punt wanneer een stof van gasvorm overgaat naar vloeibare vorm
- Waterdruppeltjes: Kleine waterdeeltjes.
- Condenseren: De verandering van een stof van gasvorm naar vloeibare vorm.
- Prisma: Een driehoekig stuk glas waarmee je witlicht kunt veranderen in de regenboogkleuren.
- Geabsorbeerd of gereflecteerd: licht opnemen of weerkaatsen.
De verschillende kleuren
De verschillende kleuren van wolken ontstaan op verschillende manieren. Eerst iets over licht. Licht bestaat uit alle kleuren van de regenboog en wanneer je al deze kleuren bij elkaar mengt/doet krijg je wit licht. Misschien heb je dit een keer gezien met een prisma. Wanneer (Wit) licht ergens op valt worden de verschillende kleuren geabsorbeerd of gereflecteerd. Wanneer je een blauwe trui draagt worden alle kleuren geabsorbeerd behalve blauw. De kleur blauw wordt gereflecteerd naar je ogen, waardoor je trui een blauwe kleur krijgt.
Wolken reflecteren alle soorten licht in dezelfde hoeveelheden. Er blijft dus van alles evenveel over. Hierdoor krijgen wolken een witte kleur. Want alle kleuren samen wordt wit. Wolken kunnen ook grijs, soms bijna zwart, worden. Dit komt door de eerder beschreven waterdruppels en ijskristallen. Deze druppels en kristallen weerkaatsen al het licht, waardoor de wolken wit lijken. Wanneer wolken te groot worden kan al het licht van boven niet meer goed door de bewolking heen komen. Hierdoor ontstaat een grijs uiterlijk.
Bewegende en drijvende wolken
Wolken bestaan uit miljarden waterdruppeltjes en een wolk ontstaat wanneer lucht verwarmd wordt door de zon. Terwijl de warme lucht stijgt, koelt deze lucht ook steeds meer af. Op een bepaald moment bereikt de waterdamp, in de lucht, het condensatiepunt. De waterdamp condenseert en er ontstaat een wolk. Zolang de lucht, in de wolk zelf, warmer is dan de lucht om de wolk heen blijft deze drijven. Wolken bewegen door de wind en of de verschillende luchtstromen in de lucht. Wolken bereiken hiermee soms wel een snelheid van 60 km/h.