Btn mobile menu gray

Dolfijnen: duikfaciliteiten

Dolfijnen maken iets los bij mensen. Ze kijken pienter uit hun ogen en spelen graag. Sommige verhalen over hen zijn ietwat onwaarschijnlijk , maar de manier waarop ze zich aangepast hebben aan de zee is soms al even ongelooflijk. Dolfijnen zijn zoogdieren, in tegenstelling tot vissen. Er zijn 24 verschillende soorten dolfijnen en ze komen voor in alle wereldzeeën. Vaak leven ze in ondiepe zeegebieden, vandaar dat ze vanaf de kust soms te zien kunnen zijn. In dit artikel bespreken we hoe het kan dat een dolfijn zo diep kan duiken. Je kunt elders op deze website lezen over de warmtewisselaar die iedere dolfijn in zijn vinnen heeft zitten.

Hoewel er zuurstof in water aanwezig is, kan een dolfijn daar net zo weinig gebruik van maken als een mens. Een dolfijn is een zoogdier en lijkt daardoor qua organen meer op een mens dan op een vis. Toch moet een mens niet proberen om zonder hulpmiddelen 200 m diep te duiken, iets wat een dolfijn moeiteloos lijkt te doen.

Figuur 1 - De organen van een dolfijn lijken veel op de organen van een mens.

Bij iedere ademhaling stroomt een hoeveelheid zuurstof naar de longen. Via ons bloed wordt deze zuurstof naar alle uithoeken van ons lichaam gebracht. De zuurstof is nodig voor het "opwekken" van chemische energie waar het lichaam iets mee kan. Bij deze reactie wordt CO2 geproduceerd wat dan weer via het bloed afgevoerd moet worden. De hoeveelheid CO2 in het lichaam maakt het bloed namelijk zuur. Veel chemische reacties die nodig zijn in je lichaam werken niet meer als het bloed te zuur is. Het gebruiken van spieren vereist energie en voor die energie is dus zuurstof nodig.

Bij dolfijnen werkt dit net zo, maar bij hen wordt er bij iedere ademhaling veel meer zuurstof naar het bloed overgebracht dan bij mensen. Daarbij is een dolfijn niet zo gevoelig voor hoe zuur zijn bloed is. Daarom krijgt hij veel minder snel last van een zogenaamde CO2-vergiftiging. Ook krijgen tijdens een duik alleen de staartvin, de hersenen en het hart bloed. Zo wordt er geen zuurstof verspild aan bijvoorbeeld het verteren van voedsel.

Toch vereist zwemmen hoe dan ook een boel zuurstof en de bovengenoemde eigenschappen zijn niet genoeg om tot 200 m diep te komen. Op zo'n 70 m diepte zorgt de grote druk van het water ervoor dat de ribben inklappen. Zo wordt alle lucht uit de longen en al het bloed uit het hart geperst. Dat overleeft een mens niet, omdat hierdoor het bloed onder grote druk de aderen in onze hersenen binnen komt. Deze aderen zullen scheuren, omdat ze de grote druk totaal niet aan kunnen. Een dolfijn heeft na het hart een heleboel kleine bloedvaatjes die samen werken als een spons om de druk te verminderen voordat het bloed bij de hersenen is. Nu de long ineen geperst is, heeft de dolfijn plots een grotere dichtheid dan water. Hij stopt met zwemmen en zinkt langzaam naar beneden. Zo wordt er geen zuurstof verspild.

Hoe diep kan jouw dolfijn duiken?

Om weer terug te keren zwemt de dolfijn terug naar een diepte van 70 m waar de ribben, longen en het hart zich herstellen. Nu is de dichtheid van de dolfijn weer kleiner dan de dichtheid van water. Zonder te zwemmen drijft de dolfijn moeiteloos terug naar de oppervlakte.

Het hebben van dezelfde organen is trouwens niet de enige overeenkomst tussen mensen en dolfijnen. Een dolfijn kan zich vervelen! En omdat te voorkomen maken ze hun eigen speelgoed.

Hoewel (zover bekend) geen enkel dier afgestudeerd is in de natuurkunde, maken hun lichamen er uitstekend gebruik van.